Artikel Davina

Alcohol en alcoholproblemen

Geert Dom en Sofie Verspreet

I. Inleiding

Geert Dom
Psychiater PC Broeders Alexianen, Boechout & Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA).

Sofie Verspreet
Psychologe, verslavingsafdeling PC Broeders Alexianen, Boechout.

Alcohol is het meest gebruikte roesmiddel binnen onze cultuur, het gebruik van alcohol is geïntegreerd binnen het sociale leven. Wetenschappers rekenen alcohol dan ook tot de categorie van de hard drugs. Ook op wereldschaal wordt door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) alcohol erkent als één van de belangrijkste factoren die aan de basis ligt van ziekte en overlijden.

II. Epidemiologie

a. Gebruik binnen de bevolking
Terwijl er binnen de Westerse landen een afname van het gebruik is, is er in de minder ontwikkelde regio’s een sterke toename. In Zuid-Amerika, Oost-Europa en Rusland nemen alcoholproblemen op dit moment endemische proporties aan.
Wetenschappelijke studies tonen aan dat hoe vroeger gestart wordt met alcoholgebruik, hoe hoger de risico’s zijn op problemen later in het leven.
Op dit moment ligt de gemiddelde startleeftijd in Vlaanderen, gemeten bij jongeren binnen het secundair onderwijs, voor jongens op 13 jaar en 6 maanden. Voor meisjes is dit iets later, 13 jaar en 8 maanden.

b. Prevalentie van overmatig gebruik, misbruik en afhankelijkheid
i. Overmatig alcoholgebruik
Volgens de nieuwste definitie van het National Institute Alcohol Abuse and Alcoholism, NIAAA is er sprake van binge drinking wanneer de Bloed Alcohol Concentratie BAC, 0.08 % bedraagt. Voor de gemiddelde volwassenen komt dit overeen met de consumptie van 5 of meer (mannen) of 4 of meer (vrouwen) drankjes in ongeveer twee uur tijd (NIAAA, 2004).
Binge drinking blijkt vooral een drankpatroon van jongeren. Een zorgwekkende en extreme variant van dit drankpatroon is het zogenaamde coma zuipen, dat op dit moment in verschillende landen bij jongeren populair is.
Er wordt geschat dat er in België tussen de 5 % en 7 % volwassen probleemdrinkers zijn, wat neerkomt op 380 000 en 570 000 personen.

ii. Misbruik en afhankelijkheid
Er beantwoordt een klein maar belangrijk deel aan de criteria voor alcoholmisbruik en afhankelijkheid, zoals die werden vastgelegd in de DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders). Opvallend is dat zowel misbruik als afhankelijkheid vaker voorkomen bij mannen dan bij vrouwen. Dit neemt niet weg dat er de laatste jaren een toename is van problematisch drinken bij vrouwen. De gemiddelde beginleeftijd van DSM-IV alcoholgerelateerde stoornissen in de Belgische bevolking is 23 jaar.

iii. Oorzaken verslaving
Afhankelijkheid aan alcohol en bij uitbreiding de meeste vormen van verslavingsgedrag zijn te beschouwen als een chronisch, recidiverende medische aandoeningen. Onderzoekt toont dat het al dan niet ontwikkelen van een verslavingsprobleem voor een belangrijk deel bepaald wordt door de interactie tussen een genetische kwetsbaarheid en omgevingsfactoren.
Het hangt sterk samen met verandering in het functioneren van bepaalde delen in het brein.

III. Gezondheidsaspecten

a. Lichamelijk
Op bevolkingsschaal blijkt er een rechtstreeks verband tussen het alcoholgebruik per hoofd en de lichamelijke schade.
Er wordt geschat dat alcohol verantwoordelijk is voor ongeveer 20 % van de gevallen van leverkanker, levercirrose en epilepsie.

Cognitief
Hersenbeschadiging is vaak een gevolg van langdurig, excessief alcoholgebruik. Kan zowel direct als indirect veroorzaakt worden. Één van de meest bekende cognitieve stoornissen die (direct) veroorzaakt wordt door alcoholmisbruik is het syndroom van Korsakoff (geheugenstoornissen).

b. Geestelijk: psychiatrische comorbiditeit
Ongeveer 30 – 40 % van de alcoholafhankelijke patiënten worden ergens in hun leven (life-time prevalentie) getroffen door een andere psychiatrische stoornis. Het samengaan van verslavingsproblemen met andere psychiatrische stoornissen noemt men Dubbel Diagnose of psychiatrische comorbiditeit.
De eerste fasen van de ontwenning zijn vaak gekleurd door depressieve en/of angstige klachten. Deze klachten verdwijnen meestal na een paar weken. Een periode van abstinentie is dus vaak aangewezen vooraleer te besluiten of het over een echte, alcoholafhankelijke psychiatrische stoornis gaat, die behandeling op zich nodig heeft.

c. Sociaal en familiaal
Er is vaak een onvermogen om voor de kinderen te zorgen. Voor partners en kinderen zijn de zelfhulpgroepen Alanon en Alateen actief. Een deel van de mensen met een alcoholprobleem wordt dakloos en vaak worden alle banden met de naaste familie verbroken.

IV. Screening en diagnostiek
Screeningsinstrumenten zijn korte vragenlijsten die zowel door hulpverleners als door niet-hulpverleners kunnen afgenomen worden. Ze hebben een redelijke betrouwbaarheid, in de zin dat een positieve score sterk indicatief is voor alcoholproblemen.
De meest gebruikte screeningsinstrumenten zijn de AUDIT en de CAGE.

V. Behandeling

a. Algemene principes
Er moet een samenspel zijn tussen biologische, psychologische en sociale factoren. Deze integratieve modellen zijn in de plaats gekomen van vroegere, meer partiële modellen.

Twee algemene principes lijken hier van toepassing:

  • Enerzijds blijkt dat hoe vroeger behandeling wordt aangeboden, hoe beter het resultaat. Een belangrijke rol is hier weggelegd voor de eerste lijnzorg en vooral de huisarts.
  • Daarnaast blijkt dat hoe langer patiënten in behandeling zijn, hoe beter de uiteindelijke uitkomst. Een blijvende opvolging en regelmatige bijsturing van de behandeling is aangewezen. Ook hier speelt de huisarts een primordiale rol.

b. Psychosociale interventies
Motivatiebevorderende therapie, (cognitieve) gedragstherapie, Community Reinforcement Approach (CRA) zijn maar enkele van de behandelvormen met een aangetoonde effectiviteit.
Een gemeenschappelijk element bij al deze interventies is dat ze allen, op hun eigen wijze, gericht zijn op het aanleren van strategieën tot gedragsverandering.

c. Farmacotherapeutische interventies
Medicatie kan, bij de behandeling van alcoholproblemen, met verschillende doelstellingen gebruikt worden:

  • Voor de behandeling van ontwenning – detoxificatie. Meestal kalmeermiddelen (benzodiazipines) voor gebruikt. Het gebruik ervan moet strikt in tijd beperkt worden en steeds onder medisch toezicht gebeuren.
  • Bij hervalpreventie. Campral (acamprosaat) en naltrexone kunnen de trek naar alcohol en herval verminderen. Antabuse (disulfiram) reageert bij inname van alcohol met een, niet ongevaarlijke, lichamelijke reactie en werkt op die manier als een afschrikking voor herval. Het dient steeds onder toezicht te worden ingenomen.
  • Voor de behandeling van bijkomende lichamelijke en psychiatrische problemen.
  • Vitaminen. Vele patiënten met alcoholproblemen hebben een verwaarloosd eet- en leefpatroon. Gebrek aan vitaminen kan levensbedriegend zijn. Ook om het risico op de evolutie naar o.m. de ziekte van Korsakov te verminderen.

VI. Organisatie en gebruik van de zorg in Vlaanderen

a. Gebruik en bereik van de hulpverlening
Er zijn verschillende kanalen waarlangs mensen hulp hunnen zoeken voor problematisch middelengebruik gaande van mantelzorg, zelfhulp en eerst lijnvoorzieningen tot gespecialiseerde ambulante en residentiële alcohol- en drughulpverlening. Één op acht Vlamingen met een alcoholgerelateerde stoornis zoekt professionele hulp.

b. Organisatie zorg

  • Zelfhulp organisaties

AA (Anonieme Alcoholisten) en Alanon bieden een uitgebreid netwerk van zelfhulp.

  • Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW)

Kansarmoede gaat vaak gepaard met een verhoogd risico op psychiatrische en alcohol- en andere verslavingsproblemen.
In 2005 meldden zich in de Centra voor Algemeen Welzijnswerk 3 751 cliënten aan waarbij een afhankelijkheidsprobleem werd geregistreerd.

  • Huisarts

Screening, vroege detectie, kortdurende behandeling, motivatie, doorverwijzing en opvolging na behandeling vormen essentiële onderdelen van de behandelstrategieën van de huisarts.

  • Centra voor geestelijke gezondheidszorg (CCGZ)

Medisch-psychiatrische behandeling, individuele therapie, partnertherapie, gezinstherapie, oudertherapie en groepstherapie. De CGGZ bouwen voort op de eigen mogelijkheden van de patiënt en zijn omgeving met als doel het herstel en/of behoud van het bio-psycho-sociaal evenwicht.

  • Residentiële behandeling

De psychiatrische afdelingen binnen algemene ziekenhuizen (PAAZ) en algemene psychiatrische ziekenhuizen (APZ).

De term residentiële behandeling verwijst naar een veelheid van behandelinterventies die plaatsvinden in verschillende settings, veelal opname of dagbehandeling. Hoofdkenmerken van een residentiële behandeling zijn enerzijds de intensiteit van het aanbod en anderzijds het beveiligende kader.

Een opname binnen een abstinent kader en op basis van een 24-uurs observatie. Vanuit een multidisciplinair kader worden gelijktijdig verschillende behandelinterventies aangeboden. Farmacotherapie, psychotherapie, (sociale) vaardigheidstraining, psycho-educatie voor patiënt en/of familie, interventies gericht op sociale re-integratie worden gecombineerd met behandelinterventies.

De opname biedt ook een beveiligend karakter. Enerzijds kan het een veilige omgeving betekenen die hem/haar in staat stelt clean te blijven. Daarnaast kan het beveiligend zijn voor de omgeving en/of familie.

Vele patiënten die voor een opname verwezen worden, doen dit vanuit externe druk eerder dan vanuit een intrinsieke motivatie. Motivatie is een variabele factor die kan groeien tijdens een behandeling.

Een opname in een psychiatrisch centrum gaat in België nog steeds met een zekere stigmatisering gepaard. Een belangrijk probleem en tekenend voor de stigmatisatie, is dat de meeste hospitalisatieverzekeringen behandelingen in psychiatrische ziekenhuizen, zeker wat
betreft de indicatie verslavingsproblemen, uit hun polis sluiten. Vaak betekent dit voor financieel, zwakgekaderde patiënten een onoverkomelijk moeilijkheid.

Tot slot zijn niet alle werkgevers even gelukkig met een werknemer die gedurende langere tijd afwezig is. Gezien het hebben van een stabiele werksituatie van essentieel belang is, ook in het kader van toekomstig herstel, moet ook hier een zorgvuldige afweging gebeuren.

  • Waar moet een patiënt behandeld worden?

Ideaal wordt bij de zorgbedeling uitgegaan van het stepped care model. Stepped Care wordt hier gedefinieerd als: “De minst intensieve en dure behandelvorm waarvan geschat wordt dat ze toch effectief kan zijn, is de behandelvorm om mee te starten. Er wordt slechts overgegaan tot meer intensieve en duurdere behandelvormen als de eerste behandeling onvoldoende resultaat heeft”.

Bijlage: Alcohol en alcoholproblemen
Hier kunt u mijn artikel vinden.

Wanneer u het pdf-bestand opent zult u zien, dat het ondersteboven staat. In de werkbalk vindt u de knop roteren met de klok mee. Dank u.

Examen 2010-2011
Wiki: stripfiguur Wiske
Wiske